Clichés. Gewoon naar waar.
Ik houd niet van clichés, maar ze zijn vaak naar gewoon
waar.
Na de euforie van de stap die ik had gezet, het genot van Jarno en zijn
vriendin Fiorella om me heen kwam de werkelijkheid zich aandienen: je neemt je
ziel sowieso mee. Echt wég zijn van alles is een opdracht voor je interne
reiziger.
Mijn besluit om te gaan werken op Terschelling is natuurlijk niet geboren
vanuit een lang gekoesterde wens, maar uit de uitzichtloze, negatieve spiraal
waarin ik zat op divers vlak.
Hoe ik nu dan weer verder moest was iets wat me in de lente erg bezig hield.
Erop vertrouwen dat het antwoord zich als vanzelf zou aanbieden, zoals dat eigenlijk
altijd gaat in mijn leven was lastig.
Het vertrouwen pakt meer en meer in mijn leven het geduld bij de hand, maar dit
keer wilde geduld hard vooruit en verloor telkens het vertrouwen uit het oog.
En toch… weer… in die 2 dagen eind juli gewoonweg wéten dat ik dit moet doen,
werk én een slaapplek vinden op een eiland waar inderdaad erg veel werk is, ook
nu nog, maar absoluut geen slaapplek: het is wéér het antwoord dat het leven me als vanzelf gegeven heeft.
‘Je kan wel weg gaan, maar je neemt je ziel overal mee naar
toe.’
Natuurlijk wist ik wel dat dit cliché waar is. Ik houd nou eenmaal niet zo van
voorgekauwde zinnen. Elke situatie is immers toch anders?
De hoofdreden voor vertrek is om geld te verdienen. En dat te kunnen doen op
een plek waar je de natuur elk moment kan opzoeken leek me een helende werking
te kunnen bieden voor mijn verstoorde ziel.
De eerste maand werkte ik inderdaad heul veul. Weken van 50 uur is, voor iemand
die haar hele leven al vrije tijd hoger in het vaandel heeft staan dan geld
verdienen, lachwekkend vermoeiend.
En dan nog de tig-tal mensen die ik in deze weken heb leren kennen, waar ik mee
te maken kreeg: huisgenoten, collega’s op 3 verschillende werkplekken.
Nieuwe indrukken en oud verleden vochten voor een plekje in mijn verwerking.
Vrienden vonden het allemaal zo tof voor me!
En ik kon maar niet blij zijn.
Ik sloot mijn hart voor alle pijnen, maar kreeg het niet voor elkaar hem te openen
voor deze prachtige plek.
Pijn in mijn kop kreeg ik ervan.
Logisch, vond ik.
Tot ik na een maand onverminderde pijn en een nacht wakker gelegen te hebben,
dacht: maar in theorie kán er ook wat lichamelijks aan de hand zijn natuurlijk.
Misschien moet ik eens naar de huisarts gaan. Het duurt nu wel allemaal erg
lang.
Op de ochtend dat ik dat besloot kwam ik bij de vriendin die hier vorig jaar is
komen wonen op bezoek. Ik vroeg haar de pijnlijke plek te masseren achterop
mijn hoofd.
Druk maar even op dat punt, alsjeblieft.
Ze drukte.
Mijn tranen stroomden over mijn wangen en stopten niet meer.
Ik hoefde niet naar een huisarts.
Ik moest met mezélf aan de slag.
Mijn kop liep over van verdriet.
Ik ben erg goed in relativeren en dingen mooi maken, maar ga daarbij soms teveel of te snel voorbij aan de erkenning van de pijnen.
Ik moet zorgen dat ik de plek waar ik nu ben meer ga omarmen, ga gebruiken om
deze pijnen weg te laten vloeien en dan weer ruimte te kunnen geven aan het geluk in mijn hart.
Ik ga wandelen, lang wandelen.
Ik daal weer mijn hoofd uit naar mijn buik en erken de gevoelens die ik voel.
Ik zoek tussen de sterren de weg naar het onbekende en vraag of die onbekende
mij even wil vasthouden, want ik vind het onbekende waarin ik nu ineens sta
eigenlijk best eng.
Ik bén ineens weg van alles. Ineens kán de toekomst me inderdaad van alles
brengen. Ineens ligt het onbekende pad volledig open en hoewel ik daar ook naar
gesnakt heb en de vonkjes van blijdschap heus mijn hart verlichten, vind ik het
ook best eng.
Hoe mijn dag verlopen zou heb ik vaak niet geweten. Ben altijd in geweest voor
spontane acties, maar nu merk ik dat dat heus binnen de kaders was van een
georganiseerd leven. Werk, ook al was dat minimaal, kinderen, partner. Alles
bepaalde een duidelijkheid in een nabije en verdere toekomst.
En nu zijn alle kaders die ik creëer voor zolang het duurt, voor zolang het
leuk blijft, voor zolang er werk is.
Het is nog maar kort geleden dat de tranen kwamen door het drukken op dat ene plekje, maar mijn hoofdpijn is weg, dus ik weet:
Dit is mijn weg.
Dit is mijn opdracht.
We zijn zeven weken verder en ik zit in de trein op weg naar
Schiedam.
Met spanning in mijn buik voor welke gevoelens hier op me af gaan komen.
En met een groot verlangen om mijn twee jongens weer in mijn armen te sluiten. Wetende dat mijn hart niet heel is en ik hem kan sluiten voor mensen en
situaties, ben ik tegelijk ook benieuwd wat er deze aankomende dagen met me
gebeurt.
Zondagochtend 7.15 uur ging de ‘boot naar de wal’, zoals dat heet.
Zaterdagnacht lag ik om 00.45 uur in bed, want het restaurant waar ik werk
heeft het, dankzij Corona, nog steeds erg druk.
Vrijdag om 18.00 uur werk ik daar weer.
In de tussentijd stap ik een oud leven in en heb ik me voorgenomen het gesprek
met mijn gevoel veel te voeren.
Alle gevoelens mogen er altijd zijn, erkenning van gevoelens staan hoog in het
vaandel bij me.
Ik was even kwijt dat dat ook voor mij geldt.
Accepteer verdriet, boosheid, pijn, jaloersheid, maar ook blijheid en geluk.
Door acceptatie krijgt het ruimte, worden blokkades opgeheven, gaat het weer
stromen en verdwijnt je hoofdpijn.
Voor aankomende week heb ik geen afspraken gemaakt. Ik zie
enkel mijn vriend, mijn twee jongens én mijn bevriende lichaamsgerichte
coach.
Ik ga weer eens op haar tafel liggen om mijn interne gevoelswereld aan haar
handen toe te vertrouwen.
Ik ben nieuwsgierig naar wat deze week me gaat brengen.
En wat er dan met Terschelling gebeurt.
Nu, zo aan het begin van deze week, weet ik al: ik ga zeker terug. Dat is al
heel wat.
Ik hoop dat dat met meer vrijheid in mijn hoofd zal zijn.
Van mijn vriendin kreeg ik een rozenkwarts om bij me te dragen.
Ik leg mijn hand om de steen in mijn zak en adem diep in en uit.
Open je hart maar Anusch.
Geweldig!
BeantwoordenVerwijderenIk voel mee met heel mijn hart!
VerwijderenDank voor je reactie! Wat mooi. Ook al weet ik niet van wie deze is, unknown...
Verwijderenvan mamsje
Verwijderen